Academische Vaardigheden Sociale Geografie en Planologie

Wetenschappelijk schrijven

Als universitair student word je geacht een wetenschappelijke schrijfstijl te hanteren. Deze stijl onderscheidt zich van andere stijlen zoals een literaire of journalistieke. Elke schrijfstijl is gekoppeld aan een specifiek doel en de doelgroep. Voor wetenschappers geldt dat ze nauwkeurig en objectief horen te schrijven.

Of je nu een wetenschappelijk artikel schrijft of een blog, elke tekst zou je moeten bijschaven.

1. Vervang lege woorden

Lege woorden zijn op zichzelf betekenisloos. Voorbeelden zijn ‘structuur’, ‘factor’, ‘ontwikkeling’, ‘aspect’, ‘element’ en ‘dimensie’. Een bijvoeglijk naamwoord zoals ‘economisch’ of ‘cruciaal’ geeft een leeg woord nog enige betekenis.

Schrijf liever bondig. Je kunt spreken van een ‘voorstel met een formeel karakter’ of van een ‘formeel voorstel’. Het tweede leest prettiger. Raadpleeg Donkers, Markhorst en Smits (2012, p. 101) voor een overzicht van ‘logge uitdrukkingen’ (bijvoorbeeld ‘voor het geval dat’) en een bondiger alternatief (‘als’).

2. Knip lange zinnen op

Lange zinnen zijn slechter leesbaar dan korte zinnen. Heb je de neiging meerdere zinnen aaneen te rijgen met komma’s, vervang die dan door punten. Een bijzin mag af en toe, maar niet in elke zin. Gebruik liever niet meerdere bijzinnen in één zin.

3. Gebruik afkortingen bij uitzondering

Afkortingen zijn hindernissen in een tekst, onder anderen omdat de lezer moet nadenken over de betekenis. Het gaat bijvoorbeeld om ‘m.b.t.’ en ‘n.a.v.’. Schrijf deze woorden zo veel mogelijk uit. Voor organisaties (zoals het CBS en het IMF) geef je bij de eerste vermelding de volledige naam gevolgd door de afkorting tussen haakjes. Bij de tweede vermelding volstaat de afkorting. De lezer weet immers wat ermee bedoeld wordt.

Er zijn uitzonderingen. Sommige afkortingen zijn bekender dan de uitgeschreven term. Voorbeelden zijn AOW, btw en havo. Door de term ‘hoger algemeen voortgezet onderwijs’ te gebruiken, wordt de tekst minder leesbaar. Maak zelf de afweging waarmee de lezer het meest gebaat is.

4. Maak geen spel- en grammaticale fouten

Een tekst met spelfouten en/of grammaticale fouten is ergerlijk. Lezers worden erdoor afgeleid van de inhoud. Binnen deze opleiding krijg je geen instructie over dit thema. Ben je geen kei in spelling en grammatica, zoek hier dan zelf naar. Er zijn tal van websites en boeken met instructies. Docenten vertrouwen erop dat studenten deze bronnen indien nodig raadplegen.

Ongelukkige vertalingen vanuit het Engels naar het Nederlands zijn eveneens ergerlijk.

Drie veel voorkomende fouten

  1. ‘Global’ betekent niet ‘globaal’ maar ‘mondiaal’.
  2. ‘Raw materials’ zijn geen ‘ruwe materialen’ maar ‘grondstoffen’.
  3. ‘Population’ is in het Nederlands ‘bevolking’, niet ‘populatie’.

Drie belangrijke kenmerken van wetenschappelijk schrijven:

Het is belangrijk dat de tekst neutraliteit uitstraalt. Als schrijver wil je dat jouw bevindingen serieus genomen worden en als feiten worden beschouwd. Het is daarom onverstandig om je persoonlijke overtuiging door te laten schemeren. Die moet ondergeschikt zijn.

Wetenschappers gebruiken een aantal trucs om hun tekst objectief te maken. Gebruik de persoonsvormen ‘ik’ en ‘wij’ alleen bij uitzondering. Een uitzondering is het voor- en nawoord. Daar is het gebruik van ‘ik’ en ‘wij’ op zijn plaats. Dit geldt ook voor een opiniërend essay.

Een tweede truc voor een objectieve tekst is de inzet van de lijdende vorm. Een zin in de lijdende vorm bevat het werkwoord ‘worden’ of ‘zijn’ en een actieve persoon ontbreekt. Door die niet te noemen wordt de tekst onpersoonlijker. De lijdende vorm zorgt er voor dat de onderzoeker op de achtergrond blijft. Maar als elke zin zo geformuleerd wordt, wordt de tekst saai. Probeer de lijdende vorm daarom af te wisselen met de actieve vorm. Hieronder staan enkele voorbeelden van beide vormen (Tiggeler, 2006, p. 60 Tiggeler, E. (2006). Check je tekst! Tips en checklists om snel beter te schrijven. Den Haag: Sdu.).

Met lijdende vorm Zonder lijdende vorm
In hoofdstuk 4 worden de resultaten besproken. In hoofdstuk 4 komen de resultaten aan bod.
In de media wordt gespeculeerd over … De media speculeren over …
Verondersteld kan worden dat … Het is denkbaar dat …
Hieruit kan afgeleid worden dat … De slotsom is dat …

 

Overigens wordt een zin niet actiever door ‘men’ te gebruiken. “In de media speculeert men over …” is even onpersoonlijk als de zin in leidende vorm. Houd dit in gedachten als je je tekst naleest. Herschrijf zo nodig enkele zinnen.

Een wetenschappelijke schrijfstijl is bovendien formeel. Spreektaal past niet. Schrijf liever “de burgemeester was tevreden met het resultaat” dan “de burgemeester was in zijn nopjes” of “het resultaat was minder dan verwacht” in plaats van “het resultaat viel onwijs tegen”. Informeel taalgebruik sluit niet aan bij het doel van een wetenschappelijke tekst. Als je de lezer wilt amuseren, schrijf dan liever een column.

Ook bij formeel taalgebruik is er een grens tussen een prettig leesbare en een ergerlijke tekst. Gebruik daarom liever geen ‘dure woorden’. Dit zijn vrij onbekende woorden waarvoor een meer gangbaar synoniem is. Overigens verschillen de meningen over wat een duur woord is.

Dure woorden zijn niet hetzelfde als vaktermen (of jargon). Voor vaktermen zijn vaak geen goede alternatieven. Zo is er geen ander woord dat de lading van ‘segregatie’ dekt. Geef dan toelichting bij de term, bijvoorbeeld zo: “in Los Angeles zijn enkele enclaves. Dit zijn buurten waar een bepaalde culturele groep oververtegenwoordigd is. Zie het als een eiland in een stad waar een andere cultuur dominant is” (Knox, & Marston, 2007, p. 429). Zoek ook eens naar synoniemen op het internet.

In een wetenschappelijke tekst mag geen ruimte voor onduidelijkheden zijn. Vervang daarom woorden zoals ‘meer’, ‘vroeger’, ‘soms’ en ‘in bepaalde locaties’ door een precieze omschrijving. Denk aan: ‘een stijging van tien procent, ‘voor de val van de muur’, ‘wekelijks’ en ‘in steden met meer dan 100 000 inwoners’.