Academische Vaardigheden Sociale Geografie en Planologie

Essay

Een essay is een betoog waarin een goed geïnformeerd en beargumenteerd standpunt wordt ingenomen voor of tegen een bepaalde stelling. Deze stelling wordt onderbouwd met argumenten die ondersteund worden door gegevens en beweringen uit de literatuur: je bouwt hiermee een redenering op. De kwaliteit van de redeneringen draagt bij aan de overtuigingskracht van het essay, en een goed onderscheid tussen meningen, beweringen, is belangrijk. Het doel van een essay is om op basis van je redenatie de lezer van jouw stellingname te overtuigen. Alle argumenten samen vormen een bepaalde boodschap die je wilt overbrengen – per alinea, per paragraaf of als geheel.

Een essay bestaat uit een inleiding, een middenstuk en een conclusie.

INLEIDING – In de inleiding introduceer je het onderwerp en presenteer je de stellingname/het standpunt van je essay . Op basis van de inleiding zal de lezer beslissen of het essay voor hen interessant is. De eerste zinnen zijn dus cruciaal om de lezer te betrekken; begin dan ook met een pakkende opening, bijvoorbeeld door middel van een anekdote, actualiteit, citaat, controverse (dit kan ook je stelling zijn) of een spreekwoord. Eindig de inleiding met een korte leeswijzer die inzicht geeft in hoe je in het essay het standpunt gaat beargumenteren.

MIDDENSTUK – Het middenstuk omvat de kern van je essay waarin je de argumenten die betrekking hebben tot je stelling opschrijft. Een argument is een stuk tekst waarin je een lezer probeert te overtuigen van jouw standpunt op basis van (wetenschappelijk) bewijs. Naast het onderbouwen van je stelling met argumenten die jouw stellingname ondersteunen, weerleg je ook potentiële tegenargumenten. Geen enkel standpunt is perfect, met het introduceren van een tegenargument laat je zien dat je je bewust bent van potentiële tegenargumenten en dat je hier een weerlegging voor hebt.

Om tot een overzichtelijke presentatie van je argumenten te komen en een soepel lopende tekst te schrijven die de lezer aan de hand neemt, is het belangrijk dat de alinea’s coherent opgesteld worden.  Je kunt voor ieder voor- en tegenargument een aparte alinea starten. Coherentie tussen alinea’s en een goedlopende schrijfstijl kun je bereiken door gebruik te maken van transitiezinnen. Een alinea begint meestal met een onderwerpzin die het belangrijkste punt van de alinea uitdrukt. Soms wordt deze zin voorafgegaan door een overgangszin, die de lezer van de vorige alinea naar deze alinea leidt. De onderwerpzin wordt gevolgd door verschillende ondersteunende zinnen (hier kun je denken aan argumenten onderbouwd vanuit de literatuur, maar ook aan concrete voorbeelden die jouw hoofdargument ondersteunen). Het geheel eindigt met een slotzin, die teruggrijpt naar het thema dat in de onderwerpzin werd gepresenteerd. Soms wordt de slotzin gevolgd door een overgangszin die de lezer naar de volgende alinea leidt.

Binnen de alinea’s is dus een duidelijke structuur aanwezig. Introduceer kort je argument, onderbouw dit met literatuur en rond af met een soort korte conclusie. Zo verpak je het argument op een nette manier.

CONCLUSIE – Dit is het sluitstuk van je essay. In dit deel geef je een korte samenvatting en kom je tot een conclusie, waarbij je een eigen positie inneemt ten opzichte van het standpunt zoals geïntroduceerd in de inleiding. Eindig met een krachtige, samenvattende korte zin die bij voorkeur terugslaat op de inleiding. Met een pakkende slotzin en een rond verhaal maak je een blijvende impact op de lezer en blijft je standpunt beter hangen. De conclusie kan eventueel in de vorm van een aanbeveling worden geformuleerd, al is dit deels afhankelijk van de doelgroep. Vergeet niet de literatuurverwijzing toe te voegen aan het eind van het essay.