(Peer)Feedback
Steeds vaker wordt studenten gevraagd elkaars werk te becommentariëren. Dat heet peer feedback. ‘Peer’ staat voor ‘medestudent’ of ‘collega’, dus iemand met een gelijkwaardige positie. Vaak gaat het om een schriftelijke opdracht, zoals een paper, of een mondelinge presentatie. Soms zal je opgedragen worden om één of meerdere studenten van feedback te voorzien. Je moet je commentaar dan niet alleen inleveren bij de betreffende student maar ook bij de docent. Nog vaker is het geven van feedback geen harde vereiste voor een cursus. Maar groepswerk zonder peer feedback is onvoorstelbaar.
Er zijn verschillende redenen waarom docenten hun studenten aanmoedigen om elkaar feedback te geven. Hieronder een aantal motieven.
- doe je inspiratie op voor je eigen werk (had het ook zo gekund?);
- krijg je de beoordelingscriteria van de betreffende opdracht beter onder de knie en kun je ook je eigen werk bijschaven;
- kun je in gesprek gaan met medestudenten over het ideale eindresultaat.
Tijdens de opleiding kun je oefenen met feedback geven. Werkgevers stellen het op prijs als je die vaardigheid onder de knie hebt. Om je op weg te helpen, volgt een beknopte uitleg over feedback geven.
Allereerst is het van belang de betekenis van ‘feedback’ helder voor ogen te hebben. Feedback is commentaar en geen waardeoordeel (dus je geeft geen compliment en kraakt niemand af). Met feedback wijs je een medestudent op het verschil tussen zijn product en het ideale product. Wat het ideale product is, kun je opmaken uit de opdrachtomschrijving. Om feedback te geven moet je dus op de hoogte zijn van de voorwaarden die aan de opdracht gesteld zijn. Het zijn objectieve eisen die voor elke student gelden.
Verder is de beste feedback concreet. Met ‘prima’ schiet je weinig op. Veel nuttiger is bijvoorbeeld: ‘je wisselt korte en lange zinnen op een goede manier af’. Een paar algemene opmerkingen onderaan het werkstuk zijn vaak slecht bruikbaar. Gebruik liever duidelijke voorbeelden uit de tekst (of presentatie) of schrijf commentaar in de kantlijn.
Toch kan de ontvanger de feedback alsnog slecht begrijpen. Wees dan bereid om je ideeën nader te verklaren en denk niet: ik heb mijn zegje gedaan en je doet het er maar mee. Feedback geven is ten slotte geen eenrichtingsproces. Tot slot is commentaar geven op andermans werk geen doel op zich, maar een middel om iemand op weg te helpen. Stem de hoeveelheid feedback daarom af op wat de ander per keer kan verwerken.
- Realiseer je dat de feedback over je werk gaat, niet over jou als persoon.
- Vraag om verduidelijking (of een voorbeeld) waar nodig.
- Ga na of de feedback je op andere gedachten heeft gebracht. Zo ja, dan pas je je werk aan. Je neemt dus niet klakkeloos over wat een ander vindt. Immers, beoordeelt een docent uiteindelijk in hoeverre je aan de opdracht hebt voldaan. Als je feedback verwerkt, neem dan ook niet letterlijk zinnen of opmerkingen van een ander over, maar pas het in in jouw tekst.