Academische Vaardigheden Sociale Geografie en Planologie

Theorie

Bij sociaal-wetenschappelijk onderzoek binnen de geografie en planologie komt theorie kijken. Sommige onderzoekers toetsen bestaande theorieën en anderen vormen juist nieuwe theorieën. Tobi & Scheepers (2021) definiëren theorieën als: “stelsels van uitspraken waarin relaties worden beschreven tussen abstracte begrippen als representaties van aspecten van de sociale werkelijkheid.” Welke onderzoeksbenadering je ook kiest, aan de hand van theorie probeer je de sociale werkelijkheid uit te leggen en je eigen onderzoeksuitkomsten te duiden. Hierbij helpt een goed opgebouwd conceptueel model.

Theorievorming “gaat uiteindelijk over het bewegen van de observatie van empirische gebeurtenissen, via concepten, naar het kunnen zeggen van iets over de inherente kwaliteiten en dynamieken in andere contexten dan die welke zijn bestudeerd.” (vertaald uit Lund 2014, 229)

Bijvoorbeeld, met behulp van abstracte concepten, zoals gentrificatie, liberalisering van de woningmarkt en suburbanisatie van armoede, kunnen we de sociale werkelijkheid in twee verschillende contexten (bijvoorbeeld Amsterdam en Rotterdam) met elkaar vergelijken.

Zie artikel: Hochstenbach, C., & Musterd, S. 2017. Gentrification and the suburbanization of poverty: changing urban geographies through boom and bust periods. Urban Geography, 39:1, 26-53.

 

In essays, veldwerkopdrachten en je bachelor- of masterscriptie gebruik je theorie/theoretische concepten. In je scriptie maak je dit tot een theorie hoofdstuk, ofwel theoretisch kader. In een theoretisch kader geef je een kritisch overzicht van de belangrijkste theorieën, benaderingswijzen of concepten die je helpen bij de beantwoording van de onderzoeksvragen. Je laat niet alleen zien welke theoretische perspectieven relevant zijn, maar ook hoe ze zich tot elkaar verhouden (tegenstellingen en raakvlakken) en hoe ze samen komen tot een geïntegreerd, logisch geheel. Hierbij combineer je verschillende wetenschappelijke bronnen en presenteer je de analyse ervan. Om tot een goed theoretisch kader te komen, heb je alle eerdere stappen uitgevoerd – van het kiezen en afbakenen van een onderwerp tot het verzamelen en selecteren van relevante literatuur – en heb je een literatuurstudie uitgeschreven.