Afbakenen en bronnen verzamelen
Wanneer je een onderwerp hebt gekozen, is het belangrijk het onderwerp toe te spitsen en concreet te maken. Dit wordt afbakenen genoemd. Een diepgaand onderzoek naar een specifiek onderwerp levert immers interessantere resultaten op, dan een oppervlakkig onderzoek naar een breed onderwerp. Een sterk toegespitst onderwerp is bijvoorbeeld ‘woonwerk-mobiliteit van zelfstandig ondernemers gevestigd in Maastricht’, terwijl ‘woon-werkverkeer in Nederland’ een veel breder onderwerp is. De ‘breedte’ van je onderwerp laat je afhangen van de lengte van je rapport en de middelen en het tijdsbestek die je hebt voor de uitvoering van het onderzoek.
Onderdeel van het afbakenen van het onderwerp, is het inlezen in de literatuur. Door relevante (wetenschappelijke) bronnen te bestuderen, ontdek je de verschillende kanten en benaderingen van het onderwerp. Je komt zo ook mogelijke hiaten in het bestaande onderzoek op het spoor: onderdelen die nog niet onderzocht zijn, resultaten die elkaar tegenspreken, of je ontdekt relevante casussen. Pas wanneer je alle mogelijkheden in kaart hebt gebracht, kun je bewust toespitsen op een specifiek onderwerp. Het ligt voor de hand om te beginnen met de meest toegankelijke informatiebronnen. Dat kan een documentaire zijn of een nieuwsartikel. Vervolgens raadpleeg je wetenschappelijke bronnen om je onderzoek van een stevig fundament te voorzien en de keuzes voor het onderwerp, de relevantie, het theoretisch kader en de methoden op te kunnen stellen. Wees niet teleurgesteld als je bronnen hebt bestudeerd die later niet van pas blijken te komen. Dit is geen verloren tijd, maar onderdeel van elke eerste fase van een onderzoek en een essentiële stap om het onderwerp in de vingers te krijgen.
Bij het verzamelen van bronnen is het belangrijk om doelgericht en systematisch te werk te gaan. Zo vergroot je de kans op het vinden van relevante informatie. Daarom maak je gebruik van een zoekstrategie. Een zoekstrategie is een manier van informatie zoeken (een werkwijze) die gericht is op efficiënt en effectief vinden van informatie die je nodig hebt om je onderzoeksvraag te beantwoorden.
Tijdens de opleiding werk je aan een eigen zoekstrategie. Daarnaast bevat de website van de bibliotheek veel informatie over het zoeken en selecteren van bronnen. Hoe zoek ik? – Zoekstrategie – LibGuides at Utrecht University (uu.nl). Daarnaast kun je de onlinetraining Compass doen, waarin het zoeken naar bronnen stap voor stap wordt toegelicht.
Hieronder volgt een aantal handige tips voor het verzamelen van (wetenschappelijke) literatuur.
De eerste stap is het helder krijgen van je onderwerp. Waar gaat jouw onderzoek over? Wat hoort er wel en wat hoort er niet bij? Naast het bepalen van het onderwerp, bedenk je zoektermen die aansluiten bij het gekozen onderwerp en voldoende bronnen opleveren. Zorg ervoor dat jouw zoektermen overeenkomen met de gebruikelijke termen in het betreffende onderzoeksveld: Hoe wordt er in de literatuur geschreven over jouw onderwerp? Welke termen en woorden worden daar gebruikt? Pas de zoektermen aan op basis van wat je tegenkomt. Kijk hiervoor bijvoorbeeld naar de titel en keywords die bij een artikel horen. Zoekmachines gebruiken deze keywords om relevante bronnen te vinden voor jouw zoekopdracht. Soms kom je in een artikel alternatieve termen tegen die goed passen bij jouw onderwerp. Neem deze termen mee in je verdere zoekstrategie. Bij het bedenken van zoektermen kun je ook denken aan:
- Synoniemen (woorden met dezelfde betekenis: bijvoorbeeld krimp -> bevolkingsdaling)
- Bredere en smallere termen (krimp –> demografie)
- Verwante termen
- Antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis)
- Vertaling naar relevante talen
- Personen, instanties en locaties die belangrijk zijn voor je onderwerp
- Verschillende woordvormen (enkelvoud, meervoud), spellingsvarianten en eventuele afkortingen.
Er zijn ook hulpmiddelen die je kunt gebruiken bij het bedenken van zoektermen. Woorden uit eerder gevonden bronnen, zoals studieboeken, een achtergrondartikel op het internet, woordenboeken of thesauri (synoniemenwoordenboeken) kunnen je op weg helpen. In wetenschappelijke literatuur vind je andere informatie dan in beleidsrapporten. Bedenk daarom van tevoren welke informatie je nodig hebt voor welk onderdeel van het onderzoek. Bijvoorbeeld: een aanleiding voor een onderwerp bespreek je aan de hand van een mediabron; de (wetenschappelijke) relevantie en het theoretische kader worden opgebouwd met behulp van wetenschappelijke literatuur; aan de hand van beleidsrapporten en statistische data bespreek je de context van jouw onderzoeksgebied. Benoem voor jezelf welke informatie je zoekt en in welk type bron je deze denkt te kunnen vinden. Zo specificeer je je zoektocht.
Als je een overzicht hebt van wat je zoekt en in welk type document je dat denkt te vinden, is het de vraag waar je die documenten vindt. Er is niet één algemeen zoeksysteem, dus je zult verschillende databases moeten gebruiken. De keuze voor een database hangt ook weer samen met de soort informatie die je zoekt. Als je informatie zoekt over recente ontwikkelingen over een bepaald onderwerp, kom je eerder uit bij een wetenschappelijk artikel dan bij een boek. Wanneer je geïnteresseerd bent in een overzicht van de ruimtelijke ordening in Nederland kun je beter een handboek zoals Dutch spatial planning experience van Klerk en van der Woude uit 2022 gebruiken. Op de site van de Universiteitsbibliotheek (UB) staat per vakgebied een overzicht met de te gebruiken zoeksystemen, met daarbij korte beschrijvingen. Daarnaast vind je op de UB-site zogenaamde LibGuides. Deze online ‘gidsen’ geven je meer informatie over het gebruik van verschillende zoeksystemen. Goed om kunnen gaan met deze databases is essentieel voor het vinden van de juiste en relevante informatie.
Voor het vinden van wetenschappelijke artikelen wordt binnen ons vakgebied veel gebruik gemaakt van Scopus en Google Scholar. Voor het zoeken van boeken kun je onder meer gebruik maken van de catalogus van de UB (dit betreft boeken die de UB in bezit heeft op papier en elektronisch) en van Google Books voor het vinden van informatie over boeken, zoals de titel, auteur(s), of inhoudsopgave.
Het zoeken en selecteren van relevante bronnen van je onderzoek is een vaardigheid die je zelf onder de knie moet hebben. Als je de vaardigheid goed onder de knie hebt en afhankelijk van de voorwaarden die aan een opdracht verbonden zijn, kun je besluiten om een generatieve AI-tool te gebruiken om je zoektocht verder te faciliteren of te brainstormen/sparren over relevante zoektermen voor jouw onderzoek. Wees hierbij specifiek in welke opdracht je geeft, wees voorzichtig en blijf kritisch. AI kan je namelijk foute en/of eenzijdige/onvolledige informatie verstrekken. ChatGTP, bijvoorbeeld, verzint regelmatig zelf bronnen in haar referenties. Ook mag je niet zomaar alles delen/uploaden met AI-tools, zoals bijvoorbeeld (delen van) artikelen waar copyright op zit of materiaal van de universiteit, zoals opdrachten. Ook is het belangrijk om geen empirisch materiaal, zoals zelf verzamelde interviews, te delen met AI-tools vanwege afspraken over consent en privacy.
Er bestaan speciale AI-tools gericht op academisch onderzoek, maar gebruik ook deze dus vooral als een aanvullende zoekmachine. Je bent zelf verantwoordelijk voor het uitvoeren van een systematische en volledige zoektocht naar relevante literatuur en AI-tools kunnen deze niet voor jou verrichten. Meer informatie over het UU-AI beleid kun je hier vinden.
Nu je je zoektermen hebt bepaald, kun je gaan zoeken. Een aantal tips hierbij:
- De manier waarop je zoektermen invoert, heeft gevolgen voor de output. Als je in een zoekactie bijvoorbeeld meerdere zoektermen tegelijk gebruikt, zoeken bijna alle zoekmachines naar documenten waar alle termen die je genoemd hebt in voorkomen. Je kunt je zoekactie verder specificeren door gebruik te maken van operatoren zoals AND en OR. Zie de LibGuide hoe je deze operatoren kunt toepassen.
- Je kunt verder gebruik maken van filters en limieten om alleen de informatie te vinden die relevant is voor jouw onderwerp. Bijvoorbeeld: bronnen vanaf 1990, of als subject area de informatie beperken tot de Social Sciences (en alle bètastudies buiten beschouwing laten).
- Je kunt je zoekactie op verschillende manieren systematisch opbouwen. Je kunt heel breed en algemeen beginnen en later je onderwerp toespitsen. Dit kan ervoor zorgen dat je snel een algemeen overzicht hebt van je onderwerp. Wanneer je onderzoek doet naar wereldsteden, is het verstandig om eerst een beeld te krijgen van wat wereldsteden zijn, wat er onder verstaan wordt en wat daar in het algemeen over geschreven is. Let wel op dat je niet blijft hangen in de algemene literatuur, maar dat je op een gegeven moment je zoekstrategie toespitst. Welk aspect van die wereldsteden ga jij onderzoeken? Waar richt jij je op?
- Daarnaast is de opbrengst van je zoektocht natuurlijk ook van belang: heb je heel veel resultaten en zie je door de bomen het bos niet meer? Gebruik dan meer specifiekere termen, gebruik filters (bijvoorbeeld op jaar) en gebruik AND in plaats van OR om je onderwerp af te bakenen. Andersom kan ook; wanneer je te weinig resultaten krijgt, moet je minder bredere termen gebruiken en kun je werken met OR in plaats van AND.
- Bij de sneeuwbalmethode ga je uit van documenten die je al kent. Je gaat zoeken op kenmerken van gevonden literatuur, zoals auteur, verwijzingen, trefwoorden en citaties. Let wel op: door deze methode te gebruiken vind je alleen oudere literatuur dan het document dat je al had. Ook loop je het risico om vooral literatuur te vinden die geschreven is vanuit één denkwijze of perspectief. Om recentere literatuur te vinden, kun je gebruik maken van het ‘citatie zoeken’ in zoekmachines. In verschillende zoekmachines wordt weergegeven welke latere auteurs het gevonden document hebben geciteerd. Vaak is dit eveneens relevante literatuur voor jouw onderwerp. Je kunt ook een aantal zoekmachines als uitgangspunt nemen en die systematisch doorzoeken: op basis van de door jou opgestelde zoektermen doorzoek je deze zoekmachines en leg je de gevonden resultaten naast elkaar.
Deze link geeft een uitgebreid overzicht van de verschillende zoek strategieën: Hoe zoek ik? – Zoekstrategie – LibGuides at Utrecht University (uu.nl) Daarnaast kun je de onlinetraining Compass doen, waarin het zoeken naar bronnen stap voor stap wordt toegelicht.
Kennisclip Verkenning en Afbakening